Zvi Eyal

Zvi Eyal

Monday, March 17, 2014

EEN BEKLAGENSWAARDIGE GESCHIEDENIS

Jeruzalem tijdens de Ottomaanse overheersing in 1865
Tijdens de Ottomaanse overheersing, was het voor de Joodse bevolking van Jeruzalem moeilijk om de Kotel (Westelijke Muur of Klaagmuur) te bezoeken. Het Moslim Kwartier van de Oude Stad van Jeruzalem was in de 12e eeuw uitgebreid met het Mughrabi (of Marokkaanse) kwartier dat aan dit restant van de Tempel van Herodes grensde.

Toen de Britten het Mandaat over Palestina kregen vroeg de Hoofd commissaris van Palestina zich af waarom geen enkele Joodse filantroop de Kotel nooit gekocht had. 

Britse soldaat houdt de Joden in de gaten
Op verzoek van de Arabieren werd een status quo overeenkomst gesloten door de Britten die het plaatsen van banken of stoelen bij de Kotel verbood. Een Engelse officier werd gestationeerd om te voorkomen dat de Joden het toch deden. Zij mochten ook geen scherm plaatsen om de mannen en vrouwen te scheiden als grote groepen mensen bij elkaar kwamen om te bidden. De Arabieren waren bang dat de Joden hun rechten op de Kotel wilden laten gelden en daarmee gelijktijdig ook die van de Tempelberg. Moefti al-Husseinie gaf opdracht voor nieuwe constructies naast en boven de Kotel. De Britten gaven toestemming voor de bouw van een moskee ernaast, inclusief een minaret, en een muezzin werd aangesteld om de Moslims op te roepen tot gebed. Deze provocaties leidden tot protesten van de Joden. De spanningen namen toe.

In 1929 gaf de Moefti de opdracht dat een opening werd gemaakt tussen het zuidelijke
punt van de smalle ruimte voor de Kotel. Het doodlopende straatje werd nu een doorgangsweg van de Tempelberg in de gebedsruimte. Muilezels werden door de smalle steeg geleid, die vaak hun ontlasting achterlieten. De Joden protesteerden over deze praktijken en de bouwprojecten in de omgeving. De Engelsen haalden hun schouders op.


Arabieren provoceerden, vielen biddende Joden aan, en gebruikten Joodse protesten als een aanleiding voor de vreselijke Hebron pogrom in augustus 1929.
De Volkerenbond gaf toestemming voor een onderzoekscommissie.
David Yellin, hoofd van de Hebreeuwse Onderwijzers Seminarie, lid van het Ottomaanse Parlement en een van de eerste publieke figuren die openlijk lid werd van de Zionisten beweging sprak de Commissie toe:
"Vandaag worden wij door u beoordeeld. Een land dat sinds haar bestaan is berooid van alles wat haar dierbaar en heilig is – de graven van de aartsvaderen; de graven van haar grote koningen, de graven van haar heilige profeten en boven al, de plaats waar de Heilige Tempel stond. Alles is haar afgenomen; en van al de getuigen van haar heiligheid, is maar een ding overgebleven – een klein stukje van een muur, die aan een kant begrensd wordt door de plaats van haar vroegere tempel. Voor die stenen muur, staat deze natie onder de open lucht, in de hitte van de zomer en tijdens de winter regen, om haar hart uit te storten voor God in de hemel."

De Commissie concludeerde dat de Kotel, de steeg daarvoor en het Marokkaanse Kwartier het eigendom waren van de Moslim Waqf. Joden hadden te allen tijde 'recht op 'vrije toegang tot de Westelijk Muur om te bidden'. Het was echter verboden (illegaal) om op de Sjofar te blazen.
In de jaren dertig was dit ook al verboden, maar het kwam regelmatig voor dat jongeren aan het einde van de Jom Kippoer dienst het toch deden. Zij werden prompt gearresteerd, wat meestal resulteerde in een zware geldboete of een gevangenisstraf van 3-6 maanden.
De Commissie stipuleerde ook dat de Moslims geen dieren meer door het steegje mochten leiden of op andere manieren de Joodse gebedssamenkomsten verstoren, zoals muziek maken vlakbij de Muur.

Tijdens de Onafhankelijkheids oorlog in 1948 viel de Oude Stad van Jeruzalem in handen van de Jordaniƫrs. De Joodse bevolking werd verdreven en 19 jaar lang konden de Joden alleen vanaf de Zionsberg een glimpje opvangen van de Kotel. Erbij komen was niet toegestaan.

Wat een vreugde toen in 1967 Jeruzalem heroverd en herenigd werd.
Het Marokkaanse kwartier werd met de grond gelijk gemaakt en het plein voor de Kotel vergroot.

Joden en niet-Joden uit de hele wereld bidden nu dagelijks bij die eeuwenoude muur, die ooit onderdeel was van de Tempel van Herodes, uit de tijd van Jezus. 

No comments:

Post a Comment